In oktober 2024 hebben we voor het eerst de mineraliëntage in München bezocht. Een vakbeurs met heel veel mineralen en edelstenen. Tot onze verrassing is er een handelaar met specifieke synthetische stenen in felle kleuren.
Een tijd geleden, bij een lezing van Hanco Zwaan voor de vereniging Gemma, ben ik als een blok gevallen voor de fantastische kleuren van een aantal synthetische stenen die op een foto te zien zijn. “Hebben! Hebben!” fluister ik naar Henk. En dat heeft hij onthouden, want later werd ik op mijn verjaardag verrast met een ruw stukje GAGG (Gadolinium Aluminium Gallium Garnet) in een intens gele kleur.
Even wat ‘chinees’ met uitleg
De stenen zijn onder andere fel gekleurde YAG (Yttrium Aluminium Garnet), en GGG (Gadolinium Gallium Garnet). De handelaar in München heeft ze allebei en ook HT (HydroThermale) kwarts. De eerste twee zijn synthetische granaten, echter nooit bedoeld als vervanger van de edelsteen granaat in sieraden. Ze zijn gemaakt voor de laserindustrie omdat de natuurlijke granaten niet zuiver genoeg zijn. De restanten van het materiaal komen af en toe op de markt, worden geslepen en verwerkt in sieraden of gewoon gekocht door de verzamelaar.
Voor de HT kwarts geldt net zoiets. Het is een door de mens gemaakte kwarts die gebruikt wordt voor de horlogemarkt. Kwartskristallen uit het lab zijn zuiverder en daarom beter bruikbaar in bijvoorbeeld kwartshorloges. Al in de eerste helft van de vorige eeuw is de hydrothermale kwarts ontstaan. Gewoon kleurloze kwartskristallen. Tot iemand bedenkt dat je deze in allerlei kleuren kunt maken en dan kan gebruiken voor sieraden. Uiteindelijk gaat daar de lol vanaf en is het tegenwoordig nauwelijks meer verkrijgbaar.
Aan de slag
In München kopen we een aantal kunststenen. Ook een indringend blauwe HT kwarts. Deze wil Henk graag in een ring gezet hebben, wat ik uiteraard ga maken. Het is een flinke steen van ruim een centimeter. Daar hoort een stevige zilveren ring bij. Ik heb nog een, door mij gemaakte, brede ring liggen in vrijwel de juiste ringmaat. De hamerstructuur is de goede uitstraling en de dikte van de ring is voldoende om er nog her en der synthetische saffiertjes in te zetten. Ik maak eerst de zetkast voor de HT kwarts. Een priegelwerkje, want de steen is niet helemaal goed geslepen en dan is het best lastig om het passend te krijgen.

De zetkast wil ik niet op de ringscheen zetten, maar ertussen. Daarvoor zaag ik de ring door, maak hem iets groter en teken een en ander af met stift. Nu is het een kwestie van wat zilver wegzagen en gaan vijlen, vijlen en nog eens vijlen tot de zetkast in de ringscheen past. Solderen en vervolgens de onderkant van de zetkast wegvijlen zodat de ring weer rond is aan de binnenzijde. Mijn ‘klant’ zit natuurlijk vlakbij, wat het makkelijk maakt om de ring te laten passen. Altijd weer even spannend. Gelukkig is de maat goed.

Ik laat Henk gelijk zelf de stipjes zetten waar hij de saffiertjes wil hebben. Daar boor ik vast de gaatjes en werk de hele ring af door te schuren van grof naar heel fijn. Een uurtje in de ‘ballenbak’ maakt de ring glanzend gepolijst. De ‘ballenbak’ is een polijsttrommel gevuld met stalen kogeltjes en staafjes. Werkt heel goed met zilver.
Tijd om de saffiertjes te zetten. Elk gaatje moet een stukje worden gefreesd tot het steentje past en mooi ‘flush’ ligt, waarna ik er zilver overheen wrijf. Het gaat negen keer prettig soepel. Wanneer ik de ring vastzet voor de laatste hoor ik iets knappen. Sjips! De ringscheen is aan een kant losgebroken van de zetkast. Wat een pech! In dit geval heb ik niet goed opgelet waar de zetkast zich bevond ten opzichte van de houder waarmee de ring wordt vastgezet. Ik maakte er een hefboom van. Tja, dan breekt iets op het zwakste punt en dat is de soldeernaad.

Het is een uitdaging om te zorgen dat de scheen weer goed tegen de zetkast past. Het solderen daarna is best eng. De synthetische saffiertjes kunnen tegen de hitte zegt mijn gemmoloog, maar ik blijf het erg spannend vinden. Normaal gaat de ring na het solderen meteen in een bak koud water. Dat doe ik niet. Ik wil niet dat de steentjes craqueleren. Het gaat goed. Pffff…. Ik werk de ring weer af en zet het laatste saffiertje zonder verdere brokken.

Nu komt het slotstuk, het zetten van de HT kwarts. Hiervoor ga ik ook met een freesje aan de slag tot de steen mooi in de zetkast ligt.

Het volgende probleem dient zich aan op het moment dat ik de kunststeen wil gaan zetten. Dit doe ik met een zetstaal en hamer. Bij de eerste klap merk ik meteen dat de ring wegglijdt over de houder. Dat gaat niet werken. Samen met Henk zoek ik naar mogelijkheden om het glijden te voorkomen. Dubbelzijdig tape, schilderstape, ruwer maken van de kunststofband die de ring vasthoudt, het mag allemaal niet baten. Uiteindelijk zit de hele ring en de houder in de schilderstape en kan ik met beleid de steen goed zetten. Nog even polijsten en klaar is deze zeer bijzondere, volledig unieke en met de hand gemaakte ring.


“Een echte gemmologenring” zegt gemmoloog Henk.