Keurtekens gekeurd: wat wij over goud- en zilverkeuren weten.

Als je werkt met sieraden van edelmetaal is kennis over de verschillende keurmerken voor goud en zilver noodzakelijk. Van een afstandje lijkt het vrij simpel: testen of het metaal is wat gezegd wordt dat het is, stempeltje erin slaan, en klaar! Helaas is de praktijk, zoals gewoonlijk, weerbarstiger.

Om maar iets te noemen: op dit moment zijn er vier verschillende keurmerken die door een van de twee Nederlandse waarborgkantoren kunnen zijn aangebracht in nieuwe 14 karaat gouden objecten. Alle zeggen hetzelfde: dit is 14 karaats goud.

Je kan ook materiaal tegenkomen waar een keurteken voor goud in is aangebracht door een Nederlands kantoor, met een indicatie van het gehalte. Vervolgens mag dit toch niet als goud worden verkocht in Nederland, maar is dat in Polen geen probleem. En dit allemaal met als uitgangspunt dat de consument vertrouwen in het edelmetaal moet hebben. Duizelt het je? Mij ook dus lees vooral verder.

Nog even vraagje tussendoor. Is een Deens goudkeurmerk ook geldig op de Nederlandse markt? En zo ja, zou dat dan voor alle landen gelden, of alleen alle landen van de Europese Gemeenschap, of zijn er nog uitzonderingen? Wat denk je?

Waarom zijn keurmerken nodig?

100% zuiver goud en zilver zijn om allerlei redenen niet geschikt om te gebruiken in sieraden. Daarvoor is het nodig om ze te mengen met ander materiaal (legeren, een legering maken). Zilver wordt gemengd met koper. Goud met zilver en koper, en eventueel andere metalen. Dat laatste heeft bij goud ook het voordeel dat verschillende kleuren kunnen worden gemaakt. Een complicatie is dat er een behoorlijk prijsverschil tussen deze metalen zit. Het gevolg is dat er daardoor een prikkel bestaat om het percentage edelmetaal zo laag mogelijk te houden, ook als dat geen andere voordelen biedt.

Hierdoor zijn de keuren in het leven geroepen, met het idee de bescherming van de kopers van sieraden tegen frauduleuze verkopers. Dit wordt in Nederland gecontroleerd door een tweetal officiële (door de overheid aangewezen) bestuursorganen: de ene in Gouda, de andere in Joure. Beetje wrang is wel dat de overheid zelf door de millennia heen de partij is die het meest onzorgvuldig met gehaltes omging. Zo liep het zilvergehalte van de Romeinse denarius in de loop van de tijd terug van bijna 100% naar…. 2%. En ze waren niet de enige.

Prijs per kilo (augustus 2023)
Zuiver goud € 57.000
Zuiver zilver € 715
Zuiver koper € 7

Welke gehaltes zijn er?

Er zijn in de loop van de tijd allerlei gehaltes gangbaar geweest. Het gehalte is het gewicht van het edelmetaal in de metaallegering gedeeld door het totale gewicht van die legering.

Uiteindelijk zijn een beperkt aantal gehaltes aan edelmetaal gedefinieerd. Voor zilver is dat 1e, 2e, en 3e gehalte. Sieraden zijn bijna altijd eerste gehalte, dat wil zeggen 92.5% zilver. Dit wordt ook wel sterling zilver genoemd.

De goudgehaltes kennen een andere geschiedenis, en daardoor ook een andere systematiek. De gehaltes worden aangegeven in 1/24 delen, en dan met een beperkt aantal mogelijkheden. De hoeveelheid van 1/24 deel wordt “karaat” genoemd. Dus: 18 karaat goud bevat voor 18/24 delen goud. Nu rekent dat stelsel wat lastig, dus zie de tabel voor de percentages. Alhoewel deze gehaltes internationaal worden gebruikt, mag in Nederland alles wat minder dan 14 karaat is geen goud heten.

Karaat
 Percentage zuiver goud
24  99,99%
18  75,00%
14  58,50%
10  41,67% Volgens Nederlandse waarborgwet 2019 geen goud
9  37,50%
8  33,33% Met enkele uitzonderingen mag dit nergens goud heten (wel in onder meer Griekenland en Denemarken)

Nog een kleine bijzonderheid: in gewicht bestaat 14 karaat goud dus voor 58.5% uit goud, maar in volume is dat maar 42%. Dit komt doordat koper en zilver aanzienlijk lichtere metalen zijn.

Lager gehalte loont bij goud dubbel

Stel je voor dat je een hoeveelheid goud hebt om één gouden ring van 18 karaat te maken. Dat is dus een ring met een goudgehalte van 75%. Hoeveel even grote ringen van 9 karaat (dus met het halve goudgehalte 37,5%) kan ik met deze zelfde hoeveelheid goud maken? Je zou denken dat het er twee moeten worden.

Dat is niet zo, het zijn bijna 3 ringen! De oorzaak is dat de bijmengingen veel lichter van gewicht zijn dan goud, waardoor het volume metaal toeneemt zodra je minder goud maar meer koper toevoegt (klinkt misschien ingewikkeld, maar dit is het resultaat). Controle is dus zeker belangrijk! Voor zilver gaat het trucje niet op omdat koper en zilver niet veel schelen in gewicht, en het zilvergehalte met 92.5% erg hoog is in vergelijking met de percentages die bij goud worden gebruikt.

De keurmerken

Volgens de Nederlandse wet moet ieder voorwerp dat verkocht wordt als goud en zilver zijn gekeurd zodra het minstens een bepaalde hoeveelheid edelmetaal bevat. Deze maatregel zelf is opgenomen in de waarborgwet 2019 artikel 2.2. De specifieke grensmassa per soort edelmetaal is vastgelegd in een algemene maatregel van bestuur van 11 november 2019:

  • Voor goud is dat 1 gram netto, dus voor 14 karaat goud is dat 1/0,585 = 1,7 gram legering.
  • Voor zilver is dat 8 gram netto, dus voor 92,5% (sterling) zilver is dat 8,6 gram legering.

De keuren in een sieraad bestaan uit een aantal componenten. Het eerste is het verantwoordelijkheidsteken. Dit geeft aan wie het sieraad heeft gemaakt. Bij Ger Wouters Goudsmid is het logo hetzelfde als het verantwoordelijkheidsteken. Na het verantwoordelijkheidsteken volgen de gehaltetekens, tekens voor het materiaal, het keurende waarborgkantoor etc. Deze keuren kunnen soms zijn gecombineerd. Overigens moeten ze gewoon “ergens” op het voorwerp staan. De volgorde is niet belangrijk.

Er zijn vier groepen keuren geldig op de Nederlandse markt: de Nederlandse historische keuren, de actuele Nederlandse keurtekens, de Common Control Marks (CCM) van de internationale conventie van Wenen 1972, en een aantal buitenlandse keuren.

Historische Nederlandse keuren

Er wordt in Nederland al eeuwenlang gekeurd, onder meer op provinciaal niveau. Er is een veelheid van tekens, en er is een studie voor nodig om hier volledig ingewijd in te zijn. Ik kan iedereen het boekje van Voets aanraden die daar in wil duiken. Wat hier nu belangrijk is: zolang de keuren leesbaar en herkenbaar zijn (dus niet te ver versleten) hoeft een voorwerp niet te worden voorzien van de nieuwe tekens. Kan dus gewoon verhandeld worden. Is het gehalteken niet meer leesbaar, dan moet het voorwerp opnieuw worden gekeurd.

Actuele Nederlandse nationale keuren

Er zijn in Nederland twee waarborgkantoren: een in Gouda (Waarborg Nederland) en een in Joure (Edelmetaal Waarborg Nederland). Het bijzondere is dat de gehaltetekens verschillend zijn. Bij Joure staat er een kader omheen, bij Gouda niet. Waarschijnlijk is dat gedaan omdat bij kleine voorwerpen zoals sieraden een kantoorteken niet verplicht is. Het kan anders wel erg druk worden op de gouden oorbellen. Er is een keurtekenplaat waar alle goud-, zilver- en palladiumkeuren op staan.

Keur van Gouda voor 14 karaat goud
Het kadertje is geen merkteken voor vergulding, maar het kenmerk voor het kantoor in Joure.

Deze Nederlandse gehaltetekens worden ook in 24 Europese landen erkend (waarbij voor sommige extra voorwaarden gelden).

De Common Control Marks

De basis vormt het verdrag van Wenen, 15-11-1972. Nederland is sinds 1999 mede-ondertekenaar van het verdrag. Het is even verwarrend, maar deze keurmerken, en hun geldigheid, staan los van de Nederlandse nationale keuren. Het zijn feitelijk twee systemen naast elkaar. Ze worden wel door dezelfde twee Nederlandse waarborgkantoren uitgevoerd.

De keurmerken uit dit verdrag zijn er in twee types:

Type 1: Het merkteken is een weegschaal. De vorm van de rand geeft aan om welk metaal het gaat. De weegschaal is voorzien van een gehalteteken (aandeel gewicht edelmetaal in duizendsten). Het waarborgkantoor dat de test heeft uitgevoerd heeft zijn eigen stempel ernaast gezet. Dat is geen gehalte teken, maar feitelijk een logo voor dat kantoor

CCM Type 1, gekeurd in Joure.

Type 2: Er is ook een ander merkteken: een enkele weegschaal in een octogoon. Dat geeft aan dat getest is volgens de eisen (conform) het protocol in het verdrag, het is dus een conformiteitsteken. Het daadwerkelijke gehalte, en het materiaal, is met andere merken in het voorwerp gestempeld. In sommige landen wordt dit gebruikt door de leverancier om alvast het gehalte in te stempelen.

Het waarborgkantoor controleert dit dan alleen nog en voegt het eigen stempel en de weegschaal toe. Het levert wel een groot aantal keurtekens op. Ik kan me voorstellen dat dat niet altijd past op een setje 18 karaat oorbellen van 1.6 gram.

CCM Type 2, gekeurd in Gouda

Het verdrag geldt voor de volgende 21 landen (inclusief Nederland): Cyprus, Denemarken, Finland, Hongarije, Ierland, Israël, Kroatië, Letland, Litouwen, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Servië, Slovenië, Slowakije, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. Landen die in het toelatingsproces zitten: Italië, Oekraïne en Sri Lanka.

Buitenlandse keuren

De waarborgen in andere Europese lidstaten, of staten waar we een verdrag mee hebben, worden ook als waarborg geaccepteerd mits het beschermingsniveau minstens net zo hoog is als in Nederland. Op de officiële “Keurtekenplaat Waarborgwet 2019” staan de Nederlandse keuren in vol ornaat.

Over de buitenlandse, niet CCM-merken, wordt gezegd: “Naast de conventiegehaltetekens zijn ook gehaltetekens van een aantal andere Europese landen in Nederland geldig. Dat betreft gehaltetekens die zijn aangebracht door een onafhankelijke instelling in het betreffende land”.

Op diezelfde keurtekenplaat van het RDI (Rijksinspectie Digitale Infrastructuur, voormalig Agenschap Telecom) wordt gesteld dat op de site meer informatie is te vinden over deze landen. Helaas… die is niet op deze site te vinden. Ook de site van economische zaken zwijgt in alle talen.

Het nadeel is natuurlijk wel dat het zo een aardig zoekplaatje kan worden wat het keur precies inhoudt, en wie het heeft gezet. Is bijvoorbeeld een in België geldig keur ook geldig in Nederland? België is niet aangesloten bij de conventie met de CCM-merken. Het is aan de andere kant wel een EU-land, en we kennen open grenzen. Artikel 3 in de waarborgwet stelt:

“Met de waarborging (…) wordt gelijkgesteld de waarborging door een onafhankelijke waarborginstelling in een andere lidstaat van de Europese Unie (…), mits het desbetreffende gehaltemerk op grond van aldaar geldende wettelijke voorschriften wordt erkend en de waarborging een beschermingsniveau biedt dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau dat met
de nationale waarborging wordt nagestreefd”

In Belgie stempelt de leverancier zelf af met een merk, en zijn verantwoordelijkheidsteken. Aangezien de wet het heeft over een onafhankelijke waarborginstelling zou je denken dat dit geen geldig merk voor de Nederlandse markt is.

Verder zoeken leert dat er binnen de EU grofweg twee soorten systemen zijn: het eerste (zoals het Nederlandse) met een onafhankelijk waarborgkantoor, en een tweede systeem dat de verkoper zelf laat keuren (met natuurlijk altijd een mogelijkheid voor controle achteraf). Aangezien bij de laatste groep er dus geen sprake is van een onafhankelijke keuring zoals in artikel 3 wordt bedoeld, zijn deze keuren niet geldig in Nederland.

Nationaal Iers keur. Ook geldig in Nederland.

Voor de landen die meedoen met het CCM geldt dat dan niet. Die hebben een onafhankelijk waarborgkantoor. Voor de landen daarvan die binnen de EU vallen, zijn de nationale keuren van dit land ook zonder specifieke CCM kenmerk daardoor geldig in Nederland. Als ik de wet tenminste goed interpreteer! Maar ja, ik ben geen advocaat.

Leverancierskeuren

Er zijn naast de officiële keuren ook wat leverancierskeuren in omloop voor voorwerpen die geen keuringsverplichting hebben. Dat kan heel handig zijn. Het geeft toch aan wat het is.

1) Keurteken 333 en/of 8 KT. Er is geen CCM merk voor 8 karaat goud (of eigenlijk: 8 karaat goudkleurig metaal), maar als het voor 33.3% uit goud bestaat toch wel prettig als het erin staat. Heeft verder geen betekenis anders dan de belofte van de maker over de samenstelling van de legering.

2) Keurteken 925. Dit is in veel kleine zilveren voorwerpjes, sieraden, edelmetaal-fournituren etc. aangebracht. Ook dit is een belofte. Helaas wordt dit teken ook misbruikt door sieraden met een laag zilvergehalte uit sommige landen. Het kan dan gaan om 30% of 40% zilver die wel als 925 wordt verkocht. Dit 925-keurteken is op wat grotere voorwerpen wat verdacht als er geen verantwoordelijksheidsteken bij staat.

3) 14 KT, 585, 750, 18 K etc. op gouden voorwerpen onder de gewichtslimiet.

Als de deze keuren zijn gecombineerd met een verantwoordelijkheidsteken hebben ze toch wel degelijk waarde. De maker geeft aan dat hij of zij voor de kwaliteit instaat. Zou er toch sprake zijn van misleiding kan de klant alsnog actie tegen de leverancier ondernemen. Daar is de waarborgwet niet voor nodig.

Pseudokeuren

Dan is er nog een groep die ik voor het gemak pseudokeuren noem. Het gaat dan om keuren aangebracht in verzilverd of verguld materiaal. Heeft geen echte betekenis maar wringt wel een beetje. Befaamd is onder meer het keur van de Gero-fabrieken met 90 of 100 in een kadertje. Dit is niets anders dan een soort fabrieksmerkje en heeft voor wat betreft edelmetaal geen betekenis.

Wie betaalt het gelag?

De kosten voor keuring voor relatief lichte zilveren voorwerpen, zijn nogal hoog. Zeker voor goudsmeden met een kleine oplage niet meer economisch rendabel uit te voeren. De verzendkosten zijn ongeveer € 30, de afhandelingskosten van het waarborgkantoor € 11,50, zodat de vaste kosten per zending op ruim € 40 komen.

Aangezien voor sieraden lasergraving sterk aan te bevelen is, zijn de kosten per zilveren object daarnaast € 2,10 (alles ex btw). Het mag duidelijk zijn: voor een zilveren sterling voorwerp van 15 gram dat op maat is gemaakt moet meer dan 40 euro aan keurkosten worden betaald. Voor 10 euro aan zilver. Ook bij aanbieden van meerdere stuks is dit nooit rendabel. Het is dan ook niet verwonderlijk dat maatwerksieraden dan maar niet met de officiële benaming zilver of goud worden verkocht…

De 9 karaat problematiek en de naamgeving

Er is nu de hilarische situatie ontstaan dat legeringen met goud in Nederland met een gehalte lager dan 14 karaat in de handel het karaatgetal wordt genoemd zonder het woord goud erbij. Een grote grootgrutter in gouden sieraden heeft dus een ring van “14 karaat goud”, en iets soortgelijks met lager gehalte heet dan “9 karaat” zonder het woord goud erbij. In de omschrijving staat soms “goudkleurig”. Maar misschien wel internationaal gekeurd met het goudmerk volgens een conventie die Nederland in 1999 mede ondertekend heeft. Het is mogelijk zelfs ook in Nederland gekeurd(!), maar mag hier toch geen goud heten. Wie houden we voor de gek, en wie snapt het nog?

Om consumenten niet in verwarring te brengen zijn bepaalde termen niet toegestaan bij de verkoop van edelmetaal. Soms duidelijk, maar als het om zilver gaat is de interpretatie van de wet wat doorgeslagen. We gebruiken al eeuwen het woord “muntzilver” (zoek maar in de van Dale). Maar als het om verkoop gaat mag dat niet. Er is dan een omschrijving nodig als: “zilverkleurig metaal, vervaardigd uit oude munten die zijn vervaardigd met muntzilver”. Hoe omschrijf ik dan een “zilveren gulden uit 1960?”. Dit geldt ook voor de term “Djokja zilver”. Ik laat het aan de lezer over om eens te onderzoeken hoe het met de eerbiediging van deze regels staat.

Conclusie

Dat goudkeuren een doel dienen, is absoluut waar. Het “certificaat van echtheid” wordt zo meegedragen met het voorwerp zelf in de tijd. Hoofddoel blijft bescherming van, en transparantie voor, de consument, maar dat is helaas nu ver te zoeken. Het kostte mij in ieder geval aardig wat moeite om alles bij elkaar te verzamelen.

Op de sieradenmarkt staat of valt alles met vertrouwen. Dat begint met het verantwoordelijkheidsteken dat wordt afgeslagen en daarnaast een indicatie van het gehalte edelmetaal. Hoeveel zin dan extra officiële gehaltetekens hebben, is een al lang lopende discussie waar binnen de verschillende EU-landen anders over wordt gedacht. De warenwet is niet mild als het om misleiding van consumenten gaat, dus je zou wel gek zijn om bewust een verkeerd gehalte op te geven. Je eigen teken staat er naast!

De wet is tegenwoordig door alle uitzonderingen en kunstmatige grenzen niet helemaal meer met gezond verstand te begrijpen. Een indicatie daarvoor is wel dat de beide ministeries geen idee hebben waar ze welke informatie moeten tonen, hoe en aan wie. In de inleiding stond de vraag of een Deens nationaal keurmerk wel of niet in Nederland geldig is. Na een hoop uitzoekwerk is de conclusie: “Ik denk van wel…”.

En kom aan, in de landen om ons heen én in de volksmond heet 9 karaat goudkleurig metaal gewoon goud. Waarom die uitzondering op een open Europese markt?

DISCLAIMER: Ik ben geen jurist, slechts edelsteenkundige. De genoemde voorbeelden van keuren zijn voor zover ik het kan overzien geldig volgens wetten, maatregelen van bestuur en verdragen. Dat wil niet zeggen dat ze alle daadwerkelijk in de praktijk worden toegepast.

Dit bericht is gepost in Blog. Bookmark de link.